HNN Nieuwbouw

Materiaalgebonden CO2-uitstoot


Bij materiaalgebonden CO2-uitstoot ligt de focus op het eerste deel van de levenscyclus: de productie- en bouwfase. Daarmee ontstaat inzicht in de CO2-uitstoot, van grondstofwinning tot en met realisatie. Deze materiaalgebonden CO2-uitstoot in de productie- en bouwfase wordt ook de embodied carbon genoemd. Dit is onderdeel van de totale milieuprestatie van een gebouw.

Principe

Ontwerp en bouw met een zo laag mogelijke materiaalgebonden CO2-uitstoot

Categorie

Standaard

Meet-/Bepalingsmethode

Rekenprotocol Paris Proof Materiaalgebonden Emissies

Eenheid

kg CO2-eq / m2 BVO

Onderbouwing

In de verduurzaming van de bouw wordt steeds sterker gestuurd op de CO2-uitstoot op de korte termijn. Dit helpt om de opwarming van de aarde te beperken. In lijn met het Klimaatakkoord van Parijs is het nodig om de uitstoot op korte termijn sterk terug te dringen. Voor opdrachtgevers, bouwers en ontwikkelaars is de CO2-uitstoot van de productiefase (van bouwmaterialen) en de realisatiefase (van gebouwen) het meest eenvoudig te beïnvloeden.

De CO2-uitstoot voor de bouw- en productiefase wordt inzichtelijk gemaakt met het Rekenprotocol Paris Proof Materiaalgebonden Emissies, dat is ontwikkeld door NIBE in opdracht van de Dutch Green Building Council (DGBC).

Het Nieuwe Normaal
Toelichting
  1. In juli 2025 gaat de NMD een nieuwe set met milieu-effecten en nieuwe weegset voor de onderlinge verhouding tussen milieu-effecten hanteren (EN-15804+A2). Ten tijde van de publicatie van deze leidraad is DGBC aan het bepalen hoe de materiaalgebonden CO2-uitstoot berekend moet worden op basis van de EN-15804+A2. Deze wijziging kan effect hebben op de materiaalgebonden CO2-uitstoot van een product.
  2. Het Nieuwe Normaal sluit aan bij de nationale trend om te sturen op de CO2-uitstoot in de productie- en bouwfase. Om te voorkomen dat dit leidt tot aanvullende milieu-impact op andere gebieden, is het belangrijk om hier in combinatie met de reguliere MPG op te sturen.
  3. Het Rekenprotocol Paris Proof Materiaalgebonden Emissies is vrijwel identiek aan de CO2-uitstoot in Module A (A1-A5) van de MPG. Het grootste verschil is dat binnen het rekenprotocol ook installaties worden meegenomen die conform Bouwbesluit niet verplicht zijn. In de MPG hoeven deze niet te worden opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan extra zonnepanelen buiten de gestelde aantallen vanuit de BENG-regelgeving.
  4. De materiaalgebonden CO2-uitstoot van een groot gebouw valt, door een gunstigere vloer-gevelverhouding, lager uit dan van een kleiner gebouw (< 80 m2). Dit is een belangrijk aandachtspunt, omdat voor de totale klimaatimpact kleinere woningen juist positief zijn.
  5. Voor appartementen speelt naast de oppervlakte van een woning ook de omvang van het appartementengebouw en het aantal bouwlagen een rol. Om effectief te sturen is het belangrijk dat er in de toekomst voor verschillende gebouwgroottes aparte prestatieniveaus worden bepaald. Binnen HNN Nieuwbouw wordt een ander prestatieniveau gehanteerd voor gestapelde woningbouw (gemiddeld kleiner BVO) dan voor grond-gebonden woningbouw (gemiddeld groter BVO).
Relatie Europese raamwerken
  • Level(s): Onderwerp vergelijkbaar met Level(s) indicator 1.2 Life Cycle Global Warming Potential. Gehanteerde methodiek en score zijn anders.
  • CSRD: Onderwerp deels overlappend met ESRS E1 - Klimaatverandering.
  • EU Taxonomy (circulaire economie): Onderwerp vergelijkbaar met Level(s) indicator 1.2 Life Cycle Global Warming Potential.

Downloads

Rekenprotocol Paris Proof Materiaalgebonden
Meer informatie

Download bestand