HNN Nieuwbouw

Herkomst materialen


De keuze voor het soort materiaal is een belangrijk onderdeel van circulair bouwen. De toepassing van hergebruikte onderdelen of gerecyclede (secundaire) materialen voorkomt nieuw materiaalgebruik. Gebruik van biobased materialen vervangt de noodzaak voor niet-natuurlijk materiaalgebruik. Deze indicator richt zich op de herkomst van de benodigde materialen voor een project.

Principe

Ontwerp en bouw met een zo'n hoog mogelijk aandeel verantwoorde herkomst materialen: hergebruikt, gerecycled of biobased

Categorie

Standaard

Meet-/Bepalingsmethode

Material Circularity Indicator (MCI). EllenMacArthur Foundation 2019

Eenheid

% massa biobased, hergebruikt, gerecycled

Onderbouwing

De indicator herkomst materialen draagt bij aan minder primair (nieuw), abiotisch materiaalgebruik, in lijn met de circulaire ambitie van de Rijksoverheid. De herkomst van materialen is uitgedrukt in een massa-percentage, met onderscheid tussen:

  • Nieuw: materiaal geproduceerd uit primaire grondstoffen.
  • Biobased: materiaal van natuurlijke, niet-fossiele en niet-geologische oorsprong.
  • Hergebruikt: materiaal dat deel uitmaakt van een samengesteld bouwcomponent, -product of -element dat als geheel opnieuw wordt gebruikt voor dezelfde functie na een eerdere toepassing.
  • Gerecycled: materiaal dat na gebruik een recyclingproces heeft ondergaan en nu opnieuw toegepast wordt in een bouwcomponent, -product of -element.

De indicator Herkomst materialen is een optelling van het percentage biobased, hergebruikte en gerecyclede materialen. De herkomst van materialen wordt inzichtelijk gemaakt in een levenscyclusanalyse (LCA). En sluit aan bij de Material Circularity Indicator (MCI) van de EllenMacArthur Foundation.

Toelichting
  1. In HNN wordt het percentage uitgedrukt in massa (kg). In de praktijk is er onderscheid tussen de manier waarop inzichten eenvoudig op te halen zijn:
    • Gerecyclede en hergebruikte materialen en producten zijn veelal eenvoudig in massa uit te drukken, omdat deze stromen variëren in materiaalsamenstelling en gezamenlijk worden uitgedrukt in gewicht.
    • Biobased materialen zijn vaak een monostroom (één materiaal), waardoor het volume en de massa relatief eenvoudig in elkaar om te rekenen zijn.
  2. In haar definitie gaat Het Nieuwe Normaal uit van biobased materiaal in plaats van hernieuwbaar materiaal. Biobased materiaal omvat uitsluitend materiaal dat groeit. Hernieuwbaar materiaal omvat in de Nederlandse definities – naast materiaal dat groeit – ook materiaal dat natuurlijk wordt aangevuld. Ter illustratie: klei en leem zijn in deze Nederlandse definities wel hernieuwbare materialen (conform CB’23), maar zijn niet biobased.
  3. De keuze voor biobased komt voort uit brede toepassing in beleid en richtlijnen, zowel Europees (Taxonomie) als landelijk (Nationale Aanpak Biobased Bouwen). Ook in het Nationaal Programma Circulaire Economie komt voornamelijk de term biobased voor. Biobased wordt expliciet gedefinieerd in de normen EN-16575, EN-16785 en EN-16640.

Doorontwikkeling
Er zijn verschillende definities voor o.a. hernieuwbaar en biotisch materiaalgebruik. Vanuit HNN willen we toewerken naar een heldere, eenduidige en breed geharmoniseerde set definities.

Relatie Europese raamwerken
  • Level(s): Onderwerp vergelijkbaar met Level(s) indicator
    2.1 Bill of Quantities, materials & lifespans. Gehanteerde methodiek en score zijn anders.
  • CSRD: Onderwerp gelijk met ESRS E5 - Grondstoffen-gebruik en circulaire economie: inkomend materiaal.
  • EU Taxonomy (circulaire economie): Onderwerp vergelijkbaar met Level(s) indicator 2.1 Bill of Quantities, materials & lifespans o.b.v. Level(s), met een prestatieniveau op maximaal primair massapercentage per type materiaal.