Hergebruikpotentie
Hergebruik en recycling van producten en materialen is essentieel in een circulaire economie. Daarom moet hoogwaardig hergebruik mogelijk zijn wanneer gebouwen of gebouwonderdelen het einde van hun levensduur bereiken. Alleen zo kunnen we met minimale impact de toekomstige bouw mogelijk te maken.
Ontwerp en bouw met een zo groot mogelijke hergebruikpotentie
Indicatie
Verwerkingsscenario’s einde levensduur (EPD, fase C3 - C4)
%
Onderbouwing
De hergebruikpotentie geeft het einde-levensduurscenario van producten weer als massapercentage. Het einde-levensduurscenario wordt uitgedrukt in:
- Hergebruiken: materiaal waarvan hergebruik van de bouwcomponenten, -producten of -elementen het meest realistische scenario is.
- Recyclen: materiaal waarvan recycling het meest realistische scenario is.
- Verbranden: materiaal waarvan verwerking in een verbrandingsoven voor energiewinning het meest realistische scenario is.
- Storten: materiaal waarvan de afvoer naar de stort het meest realistische scenario is.
De indicator Hergebruikpotentie in HNN is de som van het massapercentage met een hergebruik- en recyclingscenario. Verbranden en storten worden niet gezien als circulaire scenario’s.
Bij ingrepen in de bestaande bouw is de hergebruikpotentie - en met name het scenario ‘hergebruik’ – nog belangrijker, omdat de te verwachten gebouwrestlevensduur vaak korter is dan bij nieuwbouw. Door materialen toe te passen die hergebruikt kunnen worden, wordt de productlevensduur verlengd na het einde van de gebouwlevensduur. Voor-waarde is dat deze materialen losmaakbaar zijn bevestigd: dit is onderdeel van de indicator Losmaakbaarheid.
Voor HNN Bestaande Bouw bepalen we de indicator Hergebruikpotentie alleen voor de materialen die bij de renovatie of transformatie ingreep worden toegevoegd.
Toelichting
Materialen die worden verwijderd tijdens de ingreep (sloop) worden beoordeeld bij de indicator Vrijkomend- en materiaal ingreep.
Het is onmogelijk om het daadwerkelijke einde-levensduurscenario te bepalen voor individuele bouwproducten en -materialen in gebouwen. Dit valt buiten de directe invloed van de ontwerpende en bouwende partij; het is immers niet met zekerheid te stellen wat er over tientallen jaren gebeurt en welke (nieuwe) technieken dan worden toegepast. Deze waarde blijft daarom een inschatting.
In de basis wordt de hergebruikpotentie van bouwmaterialen en -producten berekend met forfaitaire (standaard) waarden voor het einde-levensduurscenario. Deze waarden volgen uit het afvalscenario van een Levenscyclusanalyse (LCA) en zijn onderdeel van milieuprofielen van bouwproducten in de Nationale Milieudatabase (NMD). De Bepalingsmethode geeft expliciet ruimte gegeven om af te wijken van de forfaitaire waarden, bijvoorbeeld als er een aantoonbaar werkend (retour)systeem is dat zorgt voor toekomstig hergebruik/recycling. Een afwijking moet erkend worden door een onafhankelijk (LCA-)expert.
Deze indicator sluit aan bij de leidraad Meten van Circulariteit van Platform CB’23 versie 2.0. Sindsdien is versie 3.0 van deze leidraad verschenen en is de methodiek veranderd; de hergebruikpotentie is gecombineerd met onder meer aspecten die raken aan de losmaakbaarheid en het toekomstig waardebehoud.
Om binnen HNN overlap tussen de verschillende indicatoren te voorkomen is gekozen hier voor deze versie niet bij aan te sluiten.