Raamwerk
Het Nieuwe Normaal richt zich op de materialentransitie. Daarvoor zijn negen indicatoren bepaald. Circulair bouwen staat niet op zichzelf, maar vindt plaats in een bredere duurzame context. Deze brengt HNN in kaart rondom de thema’s energie, water, stikstof, natuurinclusief- en klimaatadaptief bouwen. Tot slot zijn er zowel op sociaal- als op managementgebied maatregelen die een versnelling richting circulair werken kunnen bewerkstelligen: de Versnellers.
Het Nieuwe Normaal
Circulair bouwen draagt bij aan de materialentransitie binnen de bouw. De centrale ambities vanuit het Nationaal Programma Circulaire Economie, waar HNN aan bij wil dragen, zijn een volledig circulaire economie in 2050 en 50% minder primair, abiotisch materiaalgebruik in 2030.
Binnen de materialentransitie onderscheiden we, in lijn met Platform CB’23, drie doelen:
- het beschermen van het milieu,
- het beschermen van materiaalvoorraden en voorkomen van uitputting;
- het beschermen van bestaande waarde van hetgeen we nu bouwen, waardoor kwaliteit en functionaliteit behouden zullen blijven.
Ieder doel is in HNN omgezet in een thema. Elk thema is gevat in drie indicatoren. Het Nieuwe Normaal bestaat daarmee uit negen indicatoren op circulair bouwen. Om de indicator te kunnen concretiseren, is voor iedere indicator een ontwerp- en bouwprincipe ontwikkeld.
Om de transitie naar een circulaire bouweconomie te versnellen, is het belangrijk om prestaties te vertalen naar daadwerkelijke keuzes in het ontwerp- en bouwproces. Iedere indicator is daarom nader uitgewerkt tot een ontwerp- en bouwprincipes. Deze principes kunnen direct worden toegepast door ontwerpers en realiserende partijen.
Duurzame context
De Duurzame context maakt inzichtelijk binnen welke context de prestaties op HNN tot stand zijn gekomen. Circulair bouwen alleen is immers onvoldoende voor de grote duurzaamheidsopgaven waar we voor staan. Een bouwproject vraagt om een integrale manier van kijken in zowel ontwerp als realisatie en is breder dan alleen een materiaalperspectief. Denk bijvoorbeeld aan klimaatadaptief bouwen, het stimuleren van biodiversiteit en het bieden van ruimtelijke kwaliteit.
Om focus aan te brengen in de transitie richt HNN zich vooralsnog niet op het verbeteren op prestaties op deze thema’s. Wel worden vragen gesteld op een aantal aanvullende thema’s om te bepalen in welke context de circulaire prestaties tot stand zijn gekomen:
- Energie: de energieprestaties in de gebruiksfase.
- Water: het watergebruik en de waterkringlopen in de gebruiksfase.
- Stikstof: (het voorkomen van) de stikstofuitstoot en -neerslag door bouwwerkzaamheden.
- Natuurinclusief: de groenstructuren en voorzieningen voor inheemse soorten.
- Klimaatadaptief: het voorkomen of verminderen van overlast door klimaatverandering zoals hitte en wateroverlast.
Versnellers
Met de Versnellers willen we beter begrijpen welke kwalitatieve aspecten leiden tot een versnelling van circulair bouwen. Daarbij kijkt HNN naar twee thema’s:
-
Sociaal: de optimale inzet van mensen in het ontwerpproces (participatie) en bouwproces (re-integratie).
-
Management: de aansturing en samenwerkingsdynamiek binnen het ontwerp-
en bouwproces.