Scope & projectsoorten
Het raamwerk van Het Nieuwe Normaal is toepasbaar op verschillende soorten projecten. Het kan worden gebruikt voor zowel infrastructuur als gebouwen, waarbij de specifieke uitwerking in aparte leidraden is opgenomen. De eenduidige taal van HNN is voor alle typen ontwikkelingen toepasbaar. De eenduidige prestatieniveaus worden opgesteld voor enkele projecttypen. Deze leidraad heeft betrekking op HNN Infra.
HNN Infrastructuur
Binnen HNN Infra onderscheiden we de volgende soorten projecten:
- Wegen | Hoofd- en stroomwegen (snelweg, autoweg, 100-130km/h)
- Wegen | Gebiedsontsluitingswegen (verhardingen buiten de bebouwde kom, 50-80km/h)
- Wegen | Inrichting openbare ruimte (verhardingen binnen de bebouwde kom, erftoegangswegen <50km/h)
- Kunstwerken | Beweegbare bruggen
- Kunstwerken | Vaste bruggen
- Kunstwerken | Tunnels
- Kunstwerken | Kademuren (nieuw)
Scope Infrastructuur
De projectsoorten in HNN infra bestaan voor nu uit weginfrastructuur (wegen en kunstwerken) en kademuren. Hier is voor gekozen om voldoende diepgang te kunnen bereiken. Verbreding van HNN infra naar andere projectsoorten (bijvoorbeeld rail, natte infra) wordt na HNN 1.1 verder onderzocht. Per projectsoort zijn hieronder de beschrijving, aandachtspunten en een indicatieve scope op
materiaalniveau beschreven.
De afbakening van een project is niet altijd eenvoudig te bepalen. De projectsoorten
binnen HNN gaan uit van afgebakende projecten met een enkel type werk. In werkelijkheid zijn projecten ook samengesteld, waarbij kunstwerken en wegen in een project worden uitgevoerd. Ook bij projecten waar wel sprake is van een enkel object komt het voor dat de raakvlakken met aanliggende infrastructuur verschillen. De afbakening is met name van belang bij het vaststellen van prestatieniveaus op projectniveau. Hierin wordt rekening gehouden met de diversiteit van projecten door zoveel mogelijk metadata uit te vragen in projectevaluaties, waarmee afwijkende afbakening van projecten gedeeltelijk kan worden ondervangen.
Wegen
Onder wegen verstaan we alle wegverhardingen die bedoeld zijn voor (vracht)auto’s, bussen, fietsers en voetgangers. Wegen zijn verder onderverdeeld in hoofd- en stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en inrichting openbare ruimte. Hierbij geldt dat wegmeubilair, verkeerskundige installaties en -draagconstructies, geluidsschermen en dergelijke binnen het project vallen, dus onderdeel zijn van de scope.
Het gaat om lijnobjecten die in breedte (aantal rijbanen) kunnen verschillen. Als functionele eenheid gebruiken we daarom het wegoppervlak in m2, gemeten van berm tot berm.
Voorbeeld: voor de hoofdweg in onderstaande figuur is de functionele eenheid het oppervlak dat met groene stippellijnen is omkaderd. De geleiderails, fundering en grondwerkzaamheden zijn ook onderdeel van de projectscope,
de naastgelegen gebiedsontsluitingsweg niet.
***
*****Hoofd- en stroomwegen
**Het gaat hier om asfaltwegen in stedelijk- of buitenstedelijk gebied die als autoweg of autosnelweg (>100 km/h) zijn aangeduid. In de scope zijn doorgaans grond- en zandwerkzaamheden, fundering (granulaat), asfaltlagen, wegmarkering, geleiderails, verkeersborden, verlichting, portalen en uithouders (inclusief bebording en DRIP), geluidsschermen en hectometerpaaltjes opgenomen.
Gebiedsontsluitingswegen
Bij deze projectsoort gaat het om verhardingen buiten de bebouwde kom (50-80km/h), Het zijn veelal provinciale en gemeentelijke wegen die zijn ontworpen of aangewezen om een gebied aan te sluiten op stroomwegen. De opbouw van de wegvakken zijn gericht op doorstroming, alleen op de kruispunten vindt uitwisseling plaats. Zo zijn er bijvoorbeeld geen erfaansluitingen en zijn er fietspaden langs de weg. In de scope zijn doorgaans grond- en zandwerkzaamheden, fundering (granulaat), asfaltlagen, wegmarkering, geleiderails, verkeersborden, verlichting, portalen en uithouders (inclusief bebording en DRIP), geluidsschermen en hectometerpaaltjes opgenomen. geleiderails, verkeersborden en verlichting opgenomen.
Inrichting openbare ruimte
De wegen die onder inrichting openbare ruimte vallen zijn de verhardingen binnen de bebouwde kom en erftoegangswegen (<50km/h). Het gaat bij dit projecttype om ruimte in stedelijk gebied waarin erftoegangswegen, gemeentelijke wegen, voetpaden, fietspaden, rotondes, winkelgebied, trambanen en dergelijken zijn opgenomen. De scope van inrichting openbare ruimte beperkt zich tot publieke openbare ruimte, dat kan worden afgebakend met de rooilijn (grenzen tussen openbare en private gronden).
Gebruik van openbare ruimte bestaat uit ‘stromen’ en ‘stilstaan’. Op wegen ben je aan het verplaatsen (stromen) en op pleinen en parkeerplaatsen aan het verblijven (stilstaan). Bij inrichting openbare ruimte komen dus heel veel verblijffuncties voor en zo richten wij het ook in.
Inrichting openbare ruimte laat zich door diversiteit en multifunctionaliteit niet goed indelen en/of opknippen in deelprojecten voor het vaststellen van prestatieniveaus. De functionele eenheid die hiervoor gehanteerd wordt is vooralsnog het oppervlak wegverharding, bestaande uit rijbanen, fietspaden en stoep.
In de scope zijn doorgaans grond- en zandwerkzaamheden, fundering (granulaat), asfaltlagen of elementenverharding (fietspad en weg), wegmarkering, verkeersborden, verlichting, betontegels (voetpad) en betonbanden opgenomen.
Kunstwerken
Diverse civiele bouwwerken worden beschreven als kunstwerken, waarbij de focus ligt op de weginfrastructuur. Aanvullend zijn kademuren opgenomen als categorie, omdat deze deel uitmaken van een belangrijke vervangingsopgave.
Beweegbare bruggen
Het gaat om constructies die onderdeel zijn van een weg bij een kruising met een waterweg, waarbij een deel van de constructie kan worden opengesteld voor passage van scheepvaart.