Prestatieniveaus
Vanuit Het Nieuwe Normaal werken we toe naar prestatieniveaus op de verschillende onderwerpen. Dit kan een ‘standaard’, indicatie of begrip zijn. Deze prestatieniveaus bepalen we op basis van projectevaluaties en aanvullende databronnen. Deze prestatieniveaus op projectniveau zijn onderdeel van het raamwerk, waarbij de indicatoren en meetmethoden in het raamwerk breder toepasbaar zijn.
Categorie indicator
In het raamwerk zijn drie categorieën indicatoren opgenomen:
- Bij een ‘Standaard’ (S) is een prestatieniveau vastgesteld, waarbij de meet- of bepalingsmethode duidelijk en breed geaccepteerd is en voldoende data uit de praktijk beschikbaar is.
- Bij een Indicatie (I) is de meet- of bepalingsmethode wél breed geaccepteerd maar is er niet voldoende data uit de praktijk beschikbaar om te komen tot een standaard. Indien mogelijk is er een indicatief prestatieniveau gegeven.
- Bij Begrip (B) gaat het om kwantitatieve of kwalitatieve inzichten in de prestatie, waarbij er nog geen gedragen meet- of bepalingsmethode is. Hierbij staat het leren en vertrouwd raken met het onderwerp centraal.
Een indicator kan zich naar de toekomst toe ontwikkelen. Wanneer bijvoorbeeld een meet- of bepalingsmethode zich verder ontwikkelt en breder geaccepteerd wordt in de markt, kan er meer projectdata beschikbaar komen. Als gevolg daarvan kan een indicator zich van een B naar een I of van een I naar een S ontwikkelen.
Scope
Sommige indicatoren zijn van toepassing op een
specifieke scope. De volgende onderverdeling in
scope wordt aangehouden:
- Aanleg (A)
- Herinrichting/groot onderhoud (H)
- Vervanging (V)
- Renovatie (R)
De standaardwaarden vertegenwoordigen aanleg (A) of vervanging (V) van de betreffende assets. Standaardwaarden voor herinrichting/groot onderhoud(H) en renovatie (R), klein onderhoud en beheer zijn nog niet beschikbaar.
Renovatie omvat een breed scala aan werkaamheden dat sterk afhankelijk is van het type project en de specifieke projectsituatie. De uitgangssituatie bij een renovatie is circulair, er wordt immers een bestaand object in stand gehouden. De benodigde werkzaamheden kunnen echter ook op een circulaire wijze worden uitgevoerd, door te sturen op de HNN indicatoren. Omdat de scope van renovaties verschilt per project, kunnen op projectniveau geen prestatieniveaus worden vastgesteld. Er kan echter wel gebruikt gemaakt worden van prestatieniveaus op materiaalniveau en de inzichten en methodieken die aangeboden worden.
Projectsoorten
Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende soorten projecten:
- Wegen | Hoofd- en stroomwegen
(snelweg, autoweg, 100-130km/h) - Wegen | Gebiedsontsluitingswegen
(verhardingen buiten de bebouwde kom, 50-80km/h) - Wegen | Inrichting openbare ruimte (verhardingen binnen de bebouwde kom, erftoegangswegen <50km/h)
- Kunstwerken | Beweegbare bruggen
- Kunstwerken | Vaste bruggen
- Kunstwerken | Tunnels
- Kunstwerken | Kademuren (nieuw)
Totstandkoming prestatieniveaus
Met Het Nieuwe Normaal werken we toe naar eenduidige prestatieniveaus op het gebied van circulair werken. De prestatieniveaus zijn haalbaar bij projecten met een circulaire ambitie.
In het Ambitieweb uit de Aanpak Duurzaam GWW worden drie prestatieniveaus vastgesteld. De invulling hiervan vanuit HNN kan als volgt worden voorgesteld:
Niveau 1: Inzicht en minimaal niveau van verbetering
Het Huidige Normaal waarin voldaan wordt aan minimale eisen voor duurzaamheid (zoals de KCI peloton aanpak, KCI minimale duurzaamheidseisen en Moederbestek). Er worden op één- of meerdere indicatoren prestaties opgehaald.
Niveau 2: Meetbare/ verifieerbare doelstellingen en het bereiken van een significante verbetering
Het Nieuwe Normaal: wat kan er al bij koplopers en waar willen we met het peloton (KCI transitiepaden en roadmaps) naartoe groeien? Er wordt voldaan aan één- of meerdere HNN prestatieniveaus en er wordt inzicht opgehaald op meerdere indicatoren.
Niveau 3: maximale inzet en bereiken hoogst haalbare prestatie
Innovatief en excellent; het nieuwe normaal van de toekomst. Het project is op één- of meerdere indicatoren beter dan de prestatieniveaus uit Het Nieuwe Normaal en haalt inzicht in meerdere indicatoren op.
Om tot voldoende kwantitatieve data te komen is als aanvulling op de data uit projectevaluaties gebruik gemaakt van bestaande datasets. Hiermee is het gelukt een eerste inschatting te geven van de prestaties. In totaal gaat het over 103 aanvullende datapunten, waarden, uit de DuboCalc Objectenbibliotheek, het dashboard Duurzaam GWW en projecten van Witteveen+Bos.
De onderbouwing van de methode voor totstandkoming van de prestatieniveaus voor HNN Infra, inclusief inzicht in de achterliggende data, is toegelicht in Onderbouwing Het Nieuwe Normaal. Dit rapport is nog niet geactualiseerd op basis van HNN 1.1.
Prestatieniveaus op materiaalniveau
Naast de HNN prestatieniveaus op projectniveau is het mogelijk prestatieniveaus voor materialen of werkzaam-heden toe te passen. Hiervoor is veel data beschikbaar omdat het materiaalniveau minder complex is. Hiermee stuur je echter minder op ontwerpniveau, waar veel kansen liggen op circulariteit. Er zijn prestatieniveaus bepaald vanuit verschillende initiatieven.
Vanuit Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur (KCI) hanteren zes grote infrabeheerders voor de belangrijkste materialen en materieel minimale eisen aan circulariteit. Deze eisen sluiten aan op de indicatoren van HNN en zijn toegevoegd aan deze leidraad. De criteria zorgen voor meer circulariteit in beton en asfalt en een overgang naar emissieloze bouwmachines. De prestatieniveaus zijn opgenomen in de leidraad waar deze relevant zijn.Meer informatie is te vinden in het overzicht minimale duurzaamheidseisen.
Naast de minimale eisen van KCI beschikt ook BouwCirculair met het Moederbestek over prestatieniveaus voor circulariteit op materiaalniveau. Ook deze indicatoren sluiten aan op HNN Infra en kunnen gebruikt worden om te sturen op materiaalniveau. Het gaat om bestekseisen voor asfalt, baksteen, beton, emissies (materieel), groen, verlichting, hergebruik (zand, elementenverharding), staal (damwanden).
