Academie
HNN Gebouw

Materiaalgebonden CO2-uitstoot


Bij materiaalgebonden CO2-uitstoot ligt de focus op het eerste deel van de levenscyclus: de productie- en bouwfase. Daarmee ontstaat inzicht in de CO2-uitstoot, van grondstofwinning tot en met realisatie. Deze materiaalgebonden CO2-uitstoot in de productie- en bouwfase wordt ook de embodied carbon genoemd. Dit is onderdeel van de totale milieuprestatie van een gebouw.

Principe

Ontwerp en bouw met een zo laag mogelijke materiaalgebonden CO2-uitstoot

Categorie

Standaard

Meet-/Bepalingsmethode

Rekenprotocol Paris Proof Materiaalgebonden Emissies

Eenheid

kg CO2-eq / m2 BVO

Onderbouwing

In de verduurzaming van de bouw wordt steeds sterker gestuurd op de inperking van de CO2-uitstoot op de korte termijn. Dit helpt de opwarming van de aarde te remmen. In lijn met het Klimaatakkoord van Parijs zien we de CO2-budgetten richting 2030 jaarlijks verder teruglopen om zo onder de grens van 1,5-graad opwarming te kunnen blijven. Voor opdrachtgevers, bouwers en ontwikkelaars is de CO2-uitstoot van de productiefase (van bouwmaterialen) en de realisatiefase (van gebouwen) het meest eenvoudig te beïnvloeden.

De CO2-uitstoot voor de bouw- en productiefase wordt inzichtelijk gemaakt met het Rekenprotocol Paris Proof Materiaalgebonden Emissies, dat is ontwikkeld door de Dutch Green Building Council (DGBC) en NIBE.

Het Nieuwe Normaal
Toelichting
  1. We sluiten aan bij de nationale trend om perk en paal te stellen aan de CO2-uitstoot in de productie- en bouwfase. Om te voorkomen dat dit leidt tot aanvullende milieu-impact op andere gebieden, is het belangrijk om hier in combinatie met de reguliere MPG op te sturen.
  2. Het Rekenprotocol Paris Proof Materiaalgebonden Emissies is vrijwel identiek aan de CO2-uitstoot in Module A (A1-A5) van de MPG; het grootste verschil is dat binnen het rekenprotocol ook installaties worden meegenomen die conform het Bouwbesluit niet verplicht zijn. In de MPG hoeven deze niet te worden opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan extra zonnepanelen buiten de gestelde aantallen vanuit de BENG-regelgeving. 
  3. Door een gunstigere vloer-gevelverhouding valt de materiaalgebonden CO2-uitstoot van een groot gebouw lager uit dan die van een kleiner gebouw (< 80 m2). Dit is een belangrijk aandachtspunt, omdat voor de totale milieu-impact kleinere woningen juist positief zijn. 
  4. Voor appartementen speelt naast de oppervlakte van een woning ook de omvang van het appartementengebouw en het aantal bouwlagen een rol. Om effectief te sturen op milieu-impact is het belangrijk dat in de toekomst voor verschillende gebouwgroottes separate plafondscores worden gesteld. Binnen HNN hanteren wij een ander prestatieniveau voor gestapelde woningbouw (gemiddeld kleiner BVO) versus grondgebonden woningbouw (gemiddeld groter BVO).

Downloads

Rekenprotocol Paris Proof Materiaalgebonden
Meer informatie

Download bestand

Vragenlijst projectevaluatie

Materiaalgebonden CO2-uitstoot

Vraag 1

Wat is de materiaalgebonden CO2-uitstoot van het gebouw? Geef dit aan in kg CO2-eq / m2 BVO.

Verificatiemethode

  • Paris Proof-berekening (o.b.v. Paris Proof Protocol)
  • MPG-berekening (zie verificatie Milieu-impact)
  • BCI Gebouw

Vraag 2

Wat zijn de belangrijkste maatregelen die bijdragen aan het verlagen van de materiaalgebonden CO2-uitstoot? Noem er maximaal 3.